Hedendaags fetisjisme

Titel
Hedendaags fetisjisme

Jaar
1980

Pagina's
253



gen, ‘de grootste Europese mogendheid van de negentiende eeuw', zoals Lassalle het uitdrukte, uitgebreid. Ditzelfde geldt voor de taal. Met volkomen oprechtheid heeft Vaugelas ‘analogie’ en ‘raisonnement’ aan ‘le bon usage’ ondergeschikt verklaard. Zo immers moet en anders kan nationalistisch purisme niet zijn. Maar zoals in oorlogsaangelegcnheden over schuld en recht, zo hoort men nu in taalaangelegenheden allerwege bazelen over ‘onze’ zo ‘spierige’, ‘kernachtige', ‘kloeke’, bij ons volkseigen zich zo volmaakt aanpassende taal, die we toch vooral tegen uitheemse invloeden beveiligen moeten. De kroon op dit alles is het woord Taalplastiek, een gloednieuwe uitvinding, een dier woorden, waarmee men een paar uur in volkomen stilte alleen moet zijn, om er de immense nonsens van uit te meten. Taalplastiek’ kon door Klaasje van der Gracht zijn uitgedacht... het beduidt niets en kan niets beduiden. Want het beeldend vermogen wortelt in de geest en niet in de taal, een beeld, een beeldsprakig woord kan derhalve een zonde tegen logica of esthetica zijn, maar Taalplastiek is enkel een dier vele, domme wauwels, die desalniettemin de massa imponeren, als die vele andere kwakzalverijen, door des kwakzalvers zelfgenoegzaamheid, te groter, waar hij zelf zijn voornaamste dupe is.

Zullen we dan, als dat de bedoeling mocht zijn, het onlogische, inconsequente, onsamenhangende uitwerpen, ‘raisonnement’ en ‘analogie’ in ere herstellen? Dit ware taalzuivering. Of de dominee zal ‘pastor’ heten of zijn huis niet langer pastorie. Daar de herbergier over zijn ‘gasten’ en de geneesheer over zijn ‘zieken’ spreekt, zullen we niet een ziekenhuis, maar een herberg een ‘gasthuis’ noemen. We heten te veel eten ‘zich overeten’, te veel werken ‘zich overwerken’, dus zal te veel slapen voortaan ‘zich overslapen’ heten. Als we niet mogen zeggen ‘het geeft soep’, mogen we ook niet meer zeggen ‘het geeft niemendal’. Als een fabriek niet mag ‘stilliggen’, dan mogen huizen ook niet aan het water liggen. Of kok en kokkin of keukenjongen en keukenmeisje. Maar zo bedoelt de taalridder het niet. Zijn ‘methode’ is die van Spinoza's vriend: ‘Ik houd mij aan de Rede, totdat de Rede in strijd komt met de Schrift’, de methode der zwakken en dommen en oneerlijken. Is er aan een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.