terug, zoals in Centraal-Amerika op het terrein der Maya-bescha-ving, of op Ceylon waar gedurende 15 eeuwen een beschaving van waterreservoirs en irrigatie bestond, of in de Arabische oase-gebie-den als Petra en Palmyra. Nu Ibn Saoed, met behulp van de Westerse techniek, poogt deze gebieden weer te doen herleven, kan men eerst goed beseffen hoe geweldig de inspanning moet zijn geweest van de mensen die daar In de oudheid bloeiende beschavingen schiepen.
Zo kan men In Nieuw-Engeland dorpen zien die door de eerste kolonisten zijn gesticht, doch thans weer verlaten en door de natuur heroverd. Maar de worsteling nodig om het dorpje te stichten, staalde de mannen, die daarna het „Westen” veroverden. Ook de Romeinen, stichters van een wereldrijk, begonnen met het vruchtbaar maken van de Campagna, een gebied dat zo moeilijk te bedwingen was dat het, toen het door verwaarlozing weer tot een verlaten vlakte geworden was, van de tijden van Livius tot ± 1920 als een woestenij heeft gelegen. In de strijd tegen de Campagna verwierven de Romeinen hun beschaving.
De Romeinen begrepen dit in de tijd van hun opgang, ze plaatsten hun troepen nooit in een aangename omgeving, doch steeds aan de bedreigde grenzen. Niet Capua, dat in een heerlijke omgeving lag, is heerseresse over Italië geworden, doch Rome. Ook in het rijk van Cyrus bleven de eigenlijke Perzen op hun rotsplateau of in garnizoenen. Het Perzische plateau was dan ook niet zo gemakkelijk te veroveren als het Perzische rijk, en het verzette zich tegen de Romeinen, werd later de kern van het rijk der Sassanldcn, speelde een grote rol in het rijk der Kaliefen en werd tenslotte tot het tegenwoordige Iran. Daar waar de natuur alles schenkt, zoals in Nyasaland, blijven de mensen voortvegeteren. Primitieve volken blijven wat ze zijn, tot ze in aanraking komen met een uitdaging, dan stichten ze een beschaving — of sterven.
Men kan, de redenering voortzettend en de feiten onderzoekend, tot geen andere conclusie komen dan dat barre landen een stimulans zijn voor de beschaving, en dat, van landen die in eikaars buurt liggen, de minst aangename en vruchtbare het ’t verst brengen. Niet het vruchtbare Beotië, maar het magere Attica werd „het Hellas van Hellas”, Athene werd door de onvruchtbaarheid van Attica tot handel en zeevaart gedwongen. Zo werd ook Chalci-dice dat, in natuurlijk opzicht veel op Beotië leek, doch gebrek aan land had, terwijl Beotië land in overvloed had, tot het stichten van koloniën gedwongen, waarbij het Macedonië en Latium beschaafde, terwijl Beotië het domste gebied van Griekenland werd. Zo zien we, om nog een enkel voorbeeld te nemen uit de talrijke
74