Verdediging van het Westen

Titel
Verdediging van het Westen

Jaar
1947

Pagina's
298



kende namen genoemd: Max Weber, Sombart, Troeltsch. Van die drie is Troeltsch daardoor bekend, dat hij gepoogd heeft te bewijzen dat de geschiedenis géén wetenschap is of kan zijn en dat de wetmatigheid er slechts ’n zeer beperkte rol in speelt. Wie nu zo iemand als kroongetuige voor de dialectiek citeert, terwijl Troeltsch juist bewijst dat de geschiedenis noch een dialectisch, noch een ander wetmatig verloop heeft, en wie daartoe een opstel van Troeltsch aanhaalt, waarin deze probeert te bewijzen, dat de dialectiek niet juist is, en het marxisme evenmin, hoewel hij erkent dat Marx de dialectische methode consequent heeft toegepast (en iets anders zegt ook het citaat waarmee v. d. G. z’n opstel besluit, niet) die heeft een vreemde opvatting van de invloed der dialectiek in de maat-schappij-wetenschappen.

Sombart beschouwt zichzelf als iemand die veel aan Marx te danken heeft, maar over het begrip der wetmatigheid bij Marx — d.w.z. over de dialectische ontwikkeling — zegt hij letterlijk: „Dicse Auffassung habe ich nie recht ernst nehmen können. Ich habe sie immer für einen slechten Witz gehalten” (gecit. bij Kauts-ky: Materialistische Geschichtsauffassung II, blz. 678). En bij Weber kan men ongetwijfeld evenals bij Sombart van de invloed van Marx spreken, maar het is de invloed van Marx die de ideologie ontmaskerde (waartegenover juist Weber weer op de betekenis der ideologie wees) doch nooit de invloed van de dialectische methode. Croce is als Hegcliaan begonnen en heeft zich hoe langer hoe meer eraan ontworsteld en van z’n „Filosofia dcllo spirito” (De filosofie als wetenschap van de geest), z’n rijpere werk, zegt hij zelf, dat ze „n’est pas la continuation, mais Ic renversement total de l’hégélia-nisme. Car, en fait, cllc nie la distinction de la phénoménologie et de la logique, clle nie non point seulcment les constructions dialec-tiques des philosophies dc la nature et l’histoire, mais aussi celles de la logique elle-mêmc, clle nie Ia triade du logos, de la nature et de l’esprit. . (uit: Critiquc dc moi-meme; geciteerd bij Sérouya, Initiation a la Philosophie contemporaine, blz. 148). Men hoort het, Croce verwerpt „de dialectische constructies van de Hegelse natuurfilosofie en geschiedfilosofie, maar ook van de logica en de drieslag (these, antithese, synthese) van de rede, de natuur en de geest” — men ziet hoe ver dc invloed van de „dialectiek” bij Croce gaat.

En bij Ortega, die ik beter ken dan Croce, is wel sprake van een zekere, overigens zeer critische, waardering van Hegel (zie bijv. Bespiegelingen over Leven en Liefde, blz. 29—53) maar de conclusie is toch afwijzend en Ortega is een te fijn, te geestig en te beweeglijk denker om zich in het plompe schema der dialectiek te laten van-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.