Verdediging van het Westen

Titel
Verdediging van het Westen

Jaar
1947

Pagina's
298



Ook hier weer blijkt de dialectische wijsheid hetzelfde karakter te hebben: men kan er niets mee doen, en ze dient noch als werktuig, noch als bewijs, maar alleen als mosterd na de maaltijd.

Maar de dialectische methode, al is ze dan misschien niet steeds bruikbaar, heeft dan toch maar de grote betekenis, dat ze voor het eerst de aandacht gevestigd heeft op het feit, dat alles in beweging is, alles zich ontwikkelt, en alles relatief is.

Dat is een fabeltje, dat door de meeste Marxisten te goeder trouw wordt herhaald, omdat zij volslagen onkundig plegen te zijn van alles wat er nog meer in de wereld te koop is dan het marxisme. De waarheid echter is dat in de gehele achttiende eeuw, d.w.z. lang vóór Hegel geboren werd, lang vóór de Franse revolutie, geen filosofie populairder was dan de filosofie die zegt dat de wereld beweegt, verandert, zich ontwikkelt. Het was deze filosofie waarmede de opkomende bourgeoisie de vaststaande orde van koningschap, kerk en adel bestookte. Op de betrekkelijkheid der waarden en maten, wezen Engelse empiristen even goed als Franse Encyclopedisten en Sensualisten en Materialisten.

Alles veranderde, al ging het in de maatschappij niet vanzelf, maar al moest er voor gestreden worden en alles ontwikkelde zich in opwaartse richting, (ook bij Hegel is de synthese „hoger” dan de these, zodat hij niet eens, met z’n „scherpe dialectiek”, de typische illusie van de achttiende-eeuwers, de illusie van de „vooruitgang”, heeft overwonnen) dat had men in Engeland en Frankrijk reeds een eeuw lang verkondigd, en meesterlijke geschiedfilosofieën, zoals die van Condorcet in Frankrijk, Ferguson in Engeland *) ja zelfs van Hegel’s oudere tijdgenoot Herder in Duitsland hadden, lang vóór Hegel optrad, bewezen dat men de geschiedenis als een ontwikkelingsgang had te zien. Kant en Laplace brachten die ontwikkelingsgedachte in de Kosmos, Lyell in de geologie, Lamarck, Geoffry St. Hilaire en op een andere wijze weer Cuvier, gaven de ontwikkelings-idee in de natuur op realistische wijze een uitdrukking, waaraan Goethe de poëtische wijding gaf.

En Hegel deed niets meer, maar ook niets beters, dan deze realistische ontwikkelingswetenschap en ontwikkelingsfilosofie, In een speculatief, religieus, en irrationeel kleed steken. Zijn filosofie is de wijze waarop het achterlijke Duitsland de ontwikkelingsgedachte van de Engelsen en de Fransen verstond en verknoeide.

*) Over de groote Italiaanse geschiedfilosofie van Vico, die van een andere aard is, spreek ik maar niet; maar vergeleken bij Vico en Pageano is Hegel een achteruitgang. Ook Vico en Pageano zijn ontwikkelingsfilosofen.

170

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.