Verdediging van het Westen

Titel
Verdediging van het Westen

Jaar
1947

Pagina's
298



mode, wijl ze het bestaande scheen te verheerlijken. In haar rationele gedaante is zij de burgerij en haar doctrinaire woordvoerders een ergernis en een gruwel, wijl zij in het positieve begrip van het bestaande, tegelijk ook het begrip zijner negatie, van zijn noodzakelijke ondergang insluit, iedere geworden vorm als in de loop van zijn beweging, dus ook van z’n vergankclijke zijde opvat, zich door niets laat overbluffen, in haar wezen critisch en revo-lutionnair is”.

Goed, goed, maar wat is nu het verschil met Hcgel, die immers ook in ieder positief begrip, de negatie van dat begrip ziet, waardoor dan het oorspronkelijke begrip onder gaat, maar tevens over gaat in een nieuw en hoger begrip? Dat Hegel aarzelde in het toepassen van z’n methode, zodra de Pruisische staat van z’n eigen tijd aan de orde was, is niet een kwestie van methode, doch een kwestie van halfheid. In dat opzicht is het verschil tussen Hegel en Marx, een verschil in durf, wat betreft het toepassen van de methode. Maar aan de werking van de methode heeft Marx, ondanks z’n gepraat over „ondersteboven keren”, geen sikkepit veranderd.

En verandert er iets als Marx de Hegelse idee materialiseert, of, zo men het woord liever hoort, realiseert, tot realiteit maakt? Ogenschijnlijk heel erg veel, want een materiële of reële boom is heel wat anders dan een idee-boom. Je kunt er in hakken en dan vliegen er spaanders. Of er van een idee ook spaanders kunnen vliegen, dat lijkt op het eerste gezicht een te onmogelijke voorstelling dan dat men er ernstig over zou kunnen praten. Maar een idealistische filosofie zou geen dag kunnen bestaan, als ze deze tegenstrijdigheid niet wist op te lossen. En bij Hegel gebeurt dat zo, dat de Idee zich „verwerkelijkt” en dat dus onze bomen, bijlen en spaanders, verwerkelijkte ideeën zijn. Hegel noemt reëel wat wij idee noemen, en idee wat wij realiteit noemen, en als men hem eenmaal het genoegen gedaan heeft deze nonsens te aanvaarden, dan werkt alles verder normaal en dan gebeuren er in de Hegelse wereld, dezelfde dingen als in iedere andere wereld, al zijn alle naambordjes ook gewijzigd. Wat Marx het „onderste boven keren” van Hcgel noemt, is dus in werkelijkheid alleen: het weer normaal hangen van de naamplaatjes. En overigens komt de eer van dat „normaal praten” niet in de eerste plaats aan Marx toe, maar aan Feuerbach, Feuerbach echter was van mening dat in die weer normaal geworden wereld, de gebeurtenissen ook wel normaal zouden verlopen en dat er geen enkele reden was om aan te nemen dat ze zich Hegeliaans, dialectisch, volgens het schema: these, antithese, synthese, of positie, negatie en negatie der negatie zouden bewegen. Maar Marx bleef vasthouden aan dit dialectische schema of juister

xj6
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.