Verdediging van het Westen

Titel
Verdediging van het Westen

Jaar
1947

Pagina's
298



worden” indien wc er ons van gingen bedienen, inplaats van voort te gaan met het gebruik van ons instrument „critisch denken”. Het bewijs dat we er nog zeer belangrijk op achteruit zouden gaan, indien wij ons de „dialectiek” lieten aanpraten, geven we alleen maar, voor zover het bij decritische afwijzing der dialectiek, zonder enige bijzondere inspanning naar voren komt. Voor de rest zullen wc ons niet met de kwestie bezighouden.

Als wc dus een andere kijk op de betekenis van een figuur als Fricdrich Engels, wiens rol als schepper van de materialistische dialectiek, het uitgangspunt was van de beschouwingen die S. van de Garde in het Februari-nummer van „De Nieuwe Kern” over de dialectiek gaf, dan doet dit thans niets ter zake. Want ook al meent men, dat zij het bij het rechte eind hebben, die Marx als een genie zien, en Engels als een talent, 4dens sterke neigingen tot popula-risatie niet altijd ten goede gekomen zijn aan de theorie van het dialectisch materialisme, de zaak die wij thans aan de orde stellen is uitsluitend of de Marxistische dialectiek de verdiensten heeft die ze zichzelf toeschrijft. En, hetzij als mcdcscheppcr, hetzij alleen als popularisator, met die dialectiek is het wetenschappelijk werk van Engels onverbrekelijk verbonden, al was het alleen maar omdat het enige werk waarin dat dialcctisch-matcrialismc op systematische wijze is samengevat, Engels, „Anti-Dühring” is, geschreven onder toezicht van Marx. Voor dat bock kunnen we dus beiden verantwoordelijk stellen, en daarom kunnen we het beschouwen als het document der documenten inzake de dialectische methode.

In andere gevallen immers is het uiterst moeilijk onze dialectici bij hun jasje te pakken. Niet, zoals ze zelf zo graag doen voorkomen, van wegc de beweeglijkheid hunner gedachten, maar juist vanwege hun kindcrachtige draaierij, waarmee ze, als je Engels aanpakt, direct uitroepen: Ja, maar Marx dacht daar anders over, en als je Marx te woord staat, verwijzen naar wat Engels naderhand „verduidelijkt” heeft.

Dat alles wordt nog honderdmaal erger als men met de marxistische socialisten te maken krijgt, die, zoals niemand, die een uitgebreide studie gemaakt heeft van de onafzienbare schare die zich op Marx en Engels beroept, kan ontkennen, slechts deze gemeenschappelijke eigenschap vertonen, dat ieder hunner er van overtuigd is dat, met uitzondering van hij zelf en een paar vriendjes, al de andere zich marxist noemende lieden, „zelfs het A.B.C. van het marxisme niet begrepen hebben”, om de sacrale formule te herhalen.

D3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.