DE VERMOLMDE ÉTAGÈRE
OVER DE LEEGHEID, ONBRUIKBAARHEID EN SCHADELIJKHEID DER DIALECTIEK..Dcnn, da sie uns gar nichts über den Inhalt der Erkcnntnis Lehrt. . . so musz die Zumutung sich derselbcn als cines Wcrkzcugcs (Organon) zu bedienen, um seinc Kenntnisse, wenigstens dem Vor-geben nach, auszubreiten und zu erweiten auf nichts als Geschwatzigkeit hinauslaufen alles was man will, mit einigem Schein zu behaupten, odcr auch nach Beliebcn anzufechten”.
(Kant over de Dialectiek; Kritik der rcinen Vernunft, 2e druk, bh. 86.)
..Want ’s Konings boden, komen zelden En als ze komen, komen ze te laat”.
(Dricstuivers Opera.)
I
Filosofische polemieken zouden misschien minder onvruchtbaar en vervelend zijn, dan meestal het geval is, indien de deelnemers inplaats van het gebruikelijke gclccrdhcidsvertoon en de lust zich abnormaal uit te drukken, zouden willen beseffen dat het in de filosofie toch eigenlijk óók om een zaak gaat, (zij het dan ook de zaak van de Waarheid, of de Mensheid, of iets van dien aard) en dat er dus wellicht iets voor te zeggen zou zijn, de in het zakenleven gebruikelijke houding aan te nemen, als ons filosofische waren te koop worden aangeboden.
Wordt een artikel gepresenteerd, dan vraagt de ervaren zakenman zich af, of hij hier te doen heeft met iets dat beter bruikbaar is dan het merk dat hij pleegt te gebruiken. Is dat niet het geval, biedt het nieuwe artikel in geen enkel opzicht enig voordeel boven het oude merk, dan is het pleit eigenlijk al lang beslist, en in de meeste gevallen zal hij het overbodig achten, den reizigers met het nieuwe artikel nog te bewijzen dat de nieuwigheid nog slechter is dan het oude merk. Wie niet in staat is, duidelijk te bewijzen dat er voordelen verbonden zijn aan het gebruik van z’n artikel, moet maar op een ander gaan.
Als men ons dus met het artikel „dialectiek” komt aandragen, dan zijn we bereid, zorgvuldig na te gaan of we er „beter van zouden
152