kennisidcaal” is. Doch als men dat erkent, dan moet men voorzichtig zijn met de aanvallen op „de moderne organisatie van kennisverspreiding”. Het is niet waar dat de radio en de bioscoop ons oppervlakkiger maken, waar is alleen dat ze de oppcrvlakkigen niet diepzinnig maken, maar stuur die oppcrvlakkigen naar de kerk of naar het klassieke toneel en gij zult hetzelfde resultaat krijgen, met alleen wat méér verveling en verbittering, wat meer aanstellerij en huichelarij. Het is niet waar dat er vroeger meer ernst en meer cultuur was; wie dat zegt mag dan een beroemd cultuurhistoricus zijn, in werkelijkheid weet hij niets van de gemiddelde cultuur onzer voorvaderen, hij beoordeelt het culturele peil naar de toestand in enkele heel kleine bevoorrechte kringen, — en zelfs dat nog onethisch, een idcaal-bccld construerend van wat in werkelijkheid geen cultuur, maar aanstellerij, huichelende deftigheid was. De werkelijkheid van vroeger, dat was dorpsruzie en stads-geklets, bittertafelgezwets en salongelcutcr. Er is geen geestelijke vervlakking om de eenvoudige, maar trieste, reden dat er niets te vervlakken viel. Er is vlakheid en er is demagogie die de vlakheid streelt en gebruikt. Op dat punt moet de afweer beginnen, maar men maakt alle afweer ónmogelijk als men meent dat er iets teruggewonnen zou kunnen worden, waar in werkelijkheid niets was. Maar zoiets als de rassen-theorie der Nazis dan, was dat vroeger mogelijk, bewijst het veldwinncn van zo’n theorie niet dat er een onnoemelijke verruwing en vergroving heeft plaats gevonden? Zelfs al ziet men in — wat de Werkelijkheid is — dat het Duitse racisme voor het overgrote deel geen cultuur-kwcstie is, doch een politieke machts-kwestie, omdat zelfs in Duitsland nagenoeg niemand aan het racisme gelooft, ook het grootste deel der machthebbers niet (alleen een paar van de opperste machthebbers), en al weet men daarnaast dat Hitlcr en de zijnen alleen de macht konden veroveren omdat ze door de deftigen werden binnengelaten, dan nog blijft de vraag: hoe is het mogehjk dat lieden die wel in het racisme geloofden, lijders aan vervolgingswaanzin en geestelijk defecten, millioenen volgelingen konden winnen; terwijl daarnaast nog de vraag rijst: hoe kan een leugenachtigheid op zo’n smalle basis zo lang bestaan? Wat dit laatste betreft, dat is een kwestie van de techniek der on-derdrukkingsmethoden, dat wil zeggen het is tenslotte niet veel wonderlijkcr dan het beheersen van Brits-Indië of Nederlands-Indië door een handjevol onderdrukkers. En de andere kwestie, ja die leert ons dat als al de anderen in gebreke blijven, dat dan tenslotte enige millioenen wanhopigen te vinden zijn die een gek volgen. Of om het nog juister te formuleren: in het Duitsland van toen waren millioenen die altijd voor de een of andere malligheid te vinden