Er is geen gisteren, er is geen morgen

Titel
Er is geen gisteren, er is geen morgen

Jaar
1968

Pagina's
294



‘Zou je hem willen zonder je gezicht te verliezen, Judith?’

‘Ja, vader, maar die dwaasverliefde jongen in Leiden?’

‘Daar komt hij wel overheen.’

‘Is het wel eerlijk, vader?’

‘Judith, vrouwen zijn niet ridderlijk. Dat is hen niet ingeboren. Eigen je geen eigenschap toe. Blijf subjectief in je affaire d’amour, blijf vrouw.’

Ze boog iets over het stuur, tuurde op de Wasse-naarse weg, reed sneller dan zeventig kilometer, riskeerde een boete. Ook ’n zorg.

‘Fijne ouwe!’ zei ze zachtjes.

‘Met dat artsexamen is geen haast. September is vroeg genoeg.’

‘Ja, vader.’

Toen remde ze. We waren thuis. Debbie holde uit de keukendeur door de tuin naar ons toe.Jiddisje memme. Wat blijven ze lang uit, Gott oh Gott, als er maar niks gebeurd is. M’n man en mijn dochter Gott oh Gott, laat me niet zo verschrikkelijk denken.

Pinksteren. Tweede dag ’s middags. Debbie was weggereden met een vriendin om daar uitbundig thee te gaan drinken. Ik had me gedrukt. Gezellige uitdrukkingen kent het volk. Ik heb me gedrukt. En ik onderging het prettige gevoel me ergens aan te hebben onttrokken. Aan een ‘rot klusje’. Ook weer zo’n gezellig volkswoord.

Ik zat in mijn werkkamer. In mijn grote stoel bij de open balkondeuren. En in gedachten. Ze gingen zes jaren terug, ze gingen naar Eü Veidt. Een middelgrote breedgeschouderde stoere kerel. Donkere ogen, zware

86

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.