Er is geen gisteren, er is geen morgen

Titel
Er is geen gisteren, er is geen morgen

Jaar
1968

Pagina's
294



de wraaklust en de bloeddorst en een fleem van waanzin in de ogen van Ruben.

‘Gods wil, Ruben,’ zei ik.

‘Waarom?’ beet hij me toe, terwijl hij langzaam op me afkwam, ‘waarom?’

‘Dat weet ik niet, Ruben.’

‘Zeg dan niets als je niets weet!’

Hij was nu bij me. Keek naar me op, want Ruben is een kleine breedgebouwde kerel. Zijn ogen gloeiden, terwijl hij langzaam zijn vuisten naar me ophief. Vlak voor mijn mond.

Ik keek terug in die gloeiende donkere stenen. Koel en beheerst. Want ik begrijp de broeiende wraaklust en de opstand niet die Ruben verziekt. Zij zijn opium voor hem en zij zullen hem verteren.

Waarom was ik in die seconden weer zo koel en beheerst? Omdat ik een praktisch karakter heb. Wat heeft vervloeken voor zin. Luistert het Opperwezen naar deze lugubere wensen? Zal hij een volk vernietigen omdat ergens een man door zijn verdriet zijn zelfbeheersing verloor? Nee, dat doet de Almachtige niet. De huishoudster snelde de kamer uit. Ze ging iets kalmerends halen uit het medicijnkastje. Zo doet ze ieder jaar, zo doet ze dikwijls wanneer Ruben een woede-aanval krijgt. De vuist schudde. Zijn ogen neep hij, zijn mond werd een streep.

‘Lauwe westerstrander!’ beet hij me toe.

Dat was naar Rubens mening het ergste wat hij zijn broer kon toeroepen. Zoon der lauwe westerstranden. Geen zoon der woestijn, geen reïncarnatie van een krijgsoverste van Israël, geen man van het zwaard. Het is goed zo. Ruben hoeft niet te weten dat ik wel een man

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.