wonde zoon. Ergens zijn de Koerlanders blijkbaar romantische dwazen.
Ik kocht een andere krant om me wat af te leiden van de revolutie. Geen kans. Hij stond vierkant in ons leven. Wat me het meest interesseerde was het bericht dat de Kamer op 16 juni zou bijeenkomen om Hunne Voortreffelijkheden te ondervragen over hun beleid en zich zelf de gelegenheid te geven om voor de kiezers te paraderen. De tv zou de afgevaardigden van het soeverein regerende volk in de huiskamers brengen, zodat wij ze konden savoureren, samen met goudmerk-koffie, Cey-lon-thee, sherry, bier en wat vaste stof zoals haring en aardbeien. Ik besloot de voorstelling niet te missen, want ik heb nog nooit van een volksvertegenwoordiger genoten. Ik heb tot heden verzuimd eens op de publieke tribune te zitten en te luisteren. Toon Hermans, Wim Sonneveld, Wim Kan en Max Tailleur zullen hier nooit tegenop kunnen. Een Kamervoorstelling is iets exclusiefs omdat het een mengsel is van drama en burleske, door de staat met 100% gesubsidieerd.
Wij onderdrukken een revolutie zonder tanks en artillerie. Wij doen dit bij voorkeur in de avonduren na de dagtaak, maar vooral na het uitleven van ons ge-kookte-aardappelencomplex.
Er was van het oproer niets te merken toen ik in Amsterdam aankwam. Iedereen werkte weer, want het loonzakje en het dividend zijn heilige zaken.
Het was na i uur toen ik bij Davids onbewoonbaar verklaarde paleisje arriveerde. Hij was thuis en blijkbaar hard aan het werk, gezien de laag stof die hem bedekte. Zijn begroeting was zoals gebruikelijk bijzonder
”7