sprekend zijn er ook mannen die er mee op uit willen trekken omdat ze zich stierlijk bij hun vrouwen vervelen en troepen jonge kerels die wonderen verwachten van de vrouwen van andere volken. Maar het is één pot nat over de hele wereld. Net als de mannen. Ook niet een schepping om over te jubelen.
Nadat Debbie alles grondig gelezen had kwam ze me de krant terugbrengen in mijn werkkamer. Heel ongebruikelijk. Daarom wist ik dat ze een bedoeling had. En ze wist dat ik dat wist. Ze wilde me een slag voor blijven en zei:
‘Je begrijpt zeker wel, dat ik je nog iets te zeggen heb.’
‘Omdat je me de krant brengt? Wel nee!’
Ze keek me verbaasd aan. Haar hele scène op slag bedorven en ik de kans om de show te stelen. Bliksemsnel veranderde zij haar slagorde. Bracht cavalerie in de aanval.
‘Wat jij denkt is het niet. Ik kom niet meer terug op die rot avond. Je mag heer en meester spelen. Maar doe het dan nu eens goed.’
Ik vormde mijn carré. Een salvo van de infanterie.
‘Nog beter? Hoe?’
Een tweede eskadron. Blessen.
‘Ga naar David. Misschien was hij er ook tussen. Van lange haren en baarden kan men van alles verwachten.’
Ze had het carré opengescheurd. Het kon zich alleen nog overgeven of totaal worden neergesabeld.
Ik stond op. Kwam naar haar toe. Pakte haar bij de schouders. Zoende haar op het voorhoofd.
‘Generaal de Gaulle kuste het meisje dat hem een tuiltje rozen bracht,’ zei Debbie.
Nog een kant van mijn carré neergesabeld. Ik ant-