Ik was een paar dagen stil. Zoals meestal in het leven dreigt iets anders te gaan dan men hoopte of verwachtte. Mijn vertrouwen in de mensen had me weer eens te pakken gehad. Ik had gedacht dat Floris Waerdein uit pure vriendschap zijn financiële ban en achterban voor me zou mobiliseren en opeens komt de Engel des Heren me een kind in zaken noemen en me vertellen dat Floris een grote winst voor zich zelf ziet in dat zeep en eau de cologne-mengsel. Ik debatteerde met de afwezige Engel des Heren. Ik zei, dat Floris Waerdein recht had op winst wanneer hij grote bedragen gereedhield om ons te verdedigen tegen de Amerikanen. En dat wij toch ook flink zouden verdienen. Maar de afwezige Engel des Heren telexte me z’n antwoord. Wie garandeert u, Mare Koerlander, dat de heer Waerdein sterk en fatsoenlijk zal blijven? Pecunia non olet. Als de heer Waerdein een beetje veel Liepmanns eau de cologne neemt nadat hij z’n handen heeft gewassen met Koerlander zeep ruikt hij niet naar stinkend geld. Ik telexte terug: Meneer de Engel, wat zal hij zo in geuren gehuld gaan doen? Het antwoord kwam onmiddellijk: de heer Waerdein zal welriekend zijn aandelenpakketten Koerlander en Liep-mann aanbieden aan de heren Grant, Cooper & Grant. Tegen deze American gentlemen komt u met uw zevenendertig procent niet ver. Amerikanen zijn harde jongens in zaken. Versta me goed: in zaken. In andere dingen zijn ze soms idealisten en zendelingen. Ik telexte niet direct terug. Ik was nog stiller geworden terwijl ik nadacht. Opeens besefte ik m’n onhoffelijkheid tegen de Engel des Heren en telexte: m’n dank, meneer de Engel, ik zal voorzichtig zijn en goed nadenken. Maar de Engel des Heren gaf geen antwoord meer. Blijkbaar
99