bezet met briljanten, doet iedere vrouw stralen. Zij kuste mij onder mijn witte kneveltje, want dat vond zij op-windend. Ik moet bekennen dat het mij ook iets deed, want ook ik was vijftien jaar ouder geworden en het is een heel ding voor een vijfenzestigjarige om nog aan-trekkelijk te zijn in de ogen van een jongere vurige vrouw. Daarna kwam het.
״Mijn lieve drenkeling,” fluisterde zij.
Ik sloeg mijn armen om haar middel. Mijn handen rust-ten op haar gevulde heup.
״Mijn forse strohalm,” fluisterde ik terug.
Zij werd niet boos. Jarig zijn en vijfenveertig rozen en een platina armband lieten zich niet wegkibbelen. En zij stak haar arm onder de mijne en zo bracht zij mij op naar de kamer vol visite. Men keek naar ons. Naar mijn redster vol vergeving, omdat ik toch nog wel een frisse aristocratische oude heer was. In hun blik naar mij was echter de eis dat ik goed beseffen moest welke prijs uit de loterij ik getrokken had. Een knappe, blonde, struise christin, financieel onafhankelijk, met eigen home, die zeer zeker nog wel wat jongers en ook rijk had kunnen vinden. Dat kijken duurde maar even hoewel voldoende lang. Zij waren er ook tevreden mee dat onze verloving zo lang duurde. Dat was familietraditie en het paste bij hun temperament. Voor niets ter wereld had Thea ge-wild dat zij de waarheid kenden. Dat wij vriend en vrien-din waren.
De middagvisite verebde. Ik dineerde met Thea en haar familie. Het moeilijkste deel van de dag. Noch de groothandelsgevechten der zwagers, noch de zieken-huisavonturen van haar zusters konden mij in vuur en vlam zetten. Na de avondvloed van een uitgelezen ge-
31