licht naar binnen. Omdat het het eerste ongedempte licht was, en de knecht de eerste mens, die hij in de wereld ontmoette, riep Joseph hem toe, overmoedig als een schooljongen:
„Een zoon! Er is een zoon geboren!”
De man wist niet goed, wat te zeggen, maar weerkaatste in zijn verweerd gezich iets van Josephs vreugde. Toen bracht hij zijn boodschap over:
„De boerin laat vragen, wat er nodig is. Ze hoorde, dat het kind geboren was.”
„Hoorde?”
Hij wees met zijn hoofd in de richting van de binnendeur, die de deel van het woonhuis scheidde. „Daar heeft ze gewacht.”
„Waarachtig? Heeft ze gewacht? Daar? Hoe lang?” Hij haalde de schouders op.
„Ze was vroeg op. En nu laat ze vragen, wat er nodig is.”
„Koffie!” juichte Joseph. „Sterke koffie, en veel suiker en melk, en wat goeds om te eten, voor allemaal. En -”
God, wat was het leven goed!
„En wat er verder nodig is, daar maak ik wel een lijst van. Eerst koffie.”
Het was een half uur later, toen de binnendeur openging om de boerin, breed en welgedaan, binnen te laten. Ze droeg een groot blad op haar beide handen, en ze werd gevolgd door een jong hulpje, dat de
73