Hier kon hij over alles spreken, als hij dat wou tenminste, en hij had de rustgevende zekerheid, dat het nooit zou hinderen. De belangstelling van ieder ander kon gevaarlijk zijn; de belangstelling van Joseph kon hoogstens te onbeleefd worden afgeleid naar een onmogelijk klein torretje of een uit de grond piekend spruitje, dat nog niet eens een bloem vertoonde, - om dan weer, alsof er geen onderbreking was geweest, volkomen midden in de feiten, zich terug te wenden naar wat de tochtgenoot daarnet had gezegd. Verstrooid was hij niet eens, of afwezig; hij was zelfs meer geconcentreerd op het onderwerp van bespreking dan wie ook, - maar hij kon het op bevel van een torretje of spruitje afbreken en naar eigen believen weer aanknopen.
Barend wou wel eens weten, wat iemand tot de keus van zijn vak bracht, als hij zó weinig in eigen welslagen geïnteresseerd was als deze Joseph maar al te duidelijk moest zijn, en tegelijk de mogelijkheid in zich had om naar ieder vak te grijpen en er in uit te blinken.
„Waarom ik medicijnen gekozen heb?” Joseph lachte. „Je moet me eerst vragen, waarom ik de universiteit gekozen heb, en niet een beroep, waarin ik dadelijk kon verdienen, - arm als we thuis zijn.”
Het gemak, waarmee hij over zijn armoede sprak!
„Waarom heb je de universiteit gekozen?” vroeg Barend gedwee.
15