baasd geglimlacht hebben. Maar niemand deed dat, omdat niemand zijn eenzaamheid als een gemis beschouwde, -hijzelf het allerminst. In zijn serene, lichte eenzaamheid was hij diep verbonden met alle eenzamen in de wereld, - en hij wist het niet.
*
De ander, die ook eenzaam was en die nu, in de lichte zomermorgen, naast hem ging, was niet arm en was geen Jood. Zijn eenzaamheid sproot voort uit het niet-aflatende verlangen, verbonden te zijn met wie machtiger en invloedrijker was dan hijzelf. Daarom verbaasde zijn vaak samengaan met deze jongen zonder macht en zonder invloed ieder ander, en hemzelf misschien het meest. Er werden grappen over gemaakt, - „misschien moet Prager een goed woordje voor hem doen bij de prof,” - „och wat, Prager studeert niet eens rechten,” - „dan zul je zien, dat Keu-ning naar medicijnen omzwaait,” - „nee, want in de medicijnen kun je het niet zo ver schoppen als in de rechten.” Ze kenden hem en zijn doelstelling, - ze hadden hem dóór, zoals jonge mensen elkaar dóór hebben, - en alleen dat samengaan met Joseph Prager paste niet in het al te duidelijke beeld.
Het stoorde Joseph volstrekt niet, dat de ander met hem mee liep naar waar de stad ophield, - zelfs niet, dat hij af en toe een paar zinnen met hem wis-12