tuigen,” - en de stad is in de hand van de Chaldeeën overgegeven!
26. En Gods woord kwam tot Jeremia en zei:
27. Zie, ik ben God, God van alle vlees, - zou iets Mij te wonderlijk zijn?
42. Want zó zegt God: Zó als ik over het volk al dit grote kwaad heb gebracht, zó breng ik over hen al het goede, dat ik hun heb toegezegd.
43. En in dit land zal het veld gekocht worden, waarvan gij zegt: „het is woest, zonder mens of dier, - het is in de hand van de Chaldeeën overgegeven.”
44. Velden zullen voor geld worden gekocht, en brieven geschreven en verzegeld en getuigen zullen tot getuigen worden geroepen, in het land Benjamin en rondom Jeruzalem en in de steden van Juda en in de steden op de berg en in de vlakte en in de steden van het Zuiden, want ik zal hun gevangenschap keren, zegt God.
[Jeremia, 32]
9