VII
woord is het beste, als het van de ouders komt.
*Want anders — het kon wel eens gebeuren, dat de kinderen de vragen in zich opsluiten. Tot ze grooter zijn geworden. Dan zijn zij gegroeid, maar het aantal van hun vragen en moeilijkheden ook. En dan moeten zij die vragen uiten. Bij wie? Van Vader en Moeder hebben ze vroeger gemerkt, dat daar geen antwoord te vinden is. Dan maar bij anderen, — bij vreemden. Zal dat antwoord goed zijn? Zal het hen dichter bij het Jodendom brengen, — of ver ervan af?
Jaap en Eva zijn gelukkige Joodsche kinderen. En hun geschiedenis heb ik willen vertellen.
En nu stuur ik mijn twee Joodsche vragertjes naar de andere Joodsche vragertjes toe. Ik wou, dat ze goede vrienden werden.
Clara Pinkhof.
, Cheswan 5679.
Amsterdam, 0ctob^l9I87