50
״Weet je wat: lik jij de lepel af, dan kan Jaap het pannetje uitlikken. Roep Jaap maar even.” Eva ging naar de kamer.
״Jaap, je moet het puddingpannetje uitlikken.” ״Mmmm!” zei Jaap, en hij liep gauw naar de keuken.
״Tingeling,” ging de bel.
״Moeder, zal ik op de bel letten?” vroeg Eva. ״Best, maak jij maar open.”
Even later kwam Eva terug.
״Moeder, daar is een arme juffrouw, en die zegt ״״nog veel jaren,”” en Va־ der heeft verteld, dat je op Poerim aan alle arme menschen wat moet geven.” Moeder haalde wat uit haar beurs.
״Ga jij dat maar met Jaap aan die juffrouw brengen, en dan moet jullie ook ״ ״nog veel jaren”” zeggen.”