Van twee Joodsche vragertjes

Titel
Van twee Joodsche vragertjes

Jaar
1918

Druk
1979

Pagina's
115



49

En toen ze even later druk aan 't schrijven was, voelde ze ineens de Juffrouw haar hand op haar schouder.

En zóó zachtjes, dat niemand anders het hooren kon, zei de Juffrouw:

״Wat vind ik jou een flinke meid.’’

En met een erge roode kleur schreef Eva verder.

13. POERIM.

״Moeder, mag ik helpen?” vroeg Eva om het hoekje van de keuken.

״Wat graag!” zei Moeder. Ze had zoo veel te koken, die Moeder. Want het was Poerim vandaag.

״Wat mag ik doen?" vroeg Eva.

״Wil je die pannetjes schoonmaken, die ik ge* bruikt heb?"

Eva klom op een stoof om bij den gootsteen te kunnen komen.

״O, Moeder, in dat pannetje hebt u pudding gekookt!"

״Ja, — dat moet je maar eens uitlikken, vóór je ’t schoonmaakt. Of wil je liever niet?"

״Nou! Maar hebt u ook niet een pannetje voor Jaap om uit te likken?”








4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.