Van twee Joodsche vragertjes

Titel
Van twee Joodsche vragertjes

Jaar
1918

Druk
1979

Pagina's
115



46

haar verjaardag, en ze moest er maar den heelen tijd over praten.

״Ik weet nog niet, wat ik krijg,” had Marietje gisteren gezegd, ״maar ik geloof een heele boel.” ״Hoe weet je dat?” vroeg Eva.

״Aan Moeders gezicht,” lachte Marietje. ״En ik mag trakteeren. En jij mag drie nemen, omdat jij naast me zit, en omdat ik je aardig vind.”

Eva vond Marietje ook wel aardig. Maar dat vertelde ze haar niet, omdat ze het zoo raar vond om het te zeggen.

En nu was Marietje jarig. Je kon het al uit de verte zien. Want ze holde en sprong en zwaaide met haar tasch, nog veel meer dan anders.

״Ik feliciteer je!” riep Eva haar uit de verte al toe. ״Dank je!” riep Marietje terug. ״En ik heb een koker gekregen, en een doosje gouden griffels, en een wieg voor de pop, en Moeder heeft een mutsje voor de pop gehaakt, en een pen, maar daar mag ik nog niet mee schrijver, over een maand pas, als we op school met inkt schrijven, en een opschrijf-boekje, en een beenen ringetje, maar dat is veel mooier dan goud, en een nieuwe sponsdoos, en — nou weet ik niet meer.”








Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.