Van twee Joodsche vragertjes

Titel
Van twee Joodsche vragertjes

Jaar
1918

Druk
1979

Pagina's
115



41

dag kwam er uit het leege kruikje genoeg olie, om weer een dag het licht te laten branden. En den derden dag weer. En zoo acht dagen lang. En in die acht dagen hadden de Joden tijd genoeg gehad, om nieuwe olie te maken.

Zie je, daarom, omdat dat wonder weer jarig is, steken we acht dagen onze mooie Channoeko-lichtjes aan. — Begrijp je het, Eva?”

״Ja,” knikte Eva.

״En nou krijgen we de Channoeko-cadeautjesf’ riep Jaap opeens.

Hij was ook al zoo lang stil geweest!

11. EEN VASTENDAG.

Eva wou wel, dat zij al zoo groot was als Vader en Moeder. Die mochten al vasten, — een heelen dag!

Want het was een vastendag vandaag. 10 Teiweis heette die dag. Eva wist wel, wat die naam be-teekende. Teiweis was de naam van een Jood-sche maand, — net zooals Januari of Mei ook een naam was van een maand. Ze kende nog wel meer Joodsche maanden. Maar ’t best van alles wist ze de maand Chesjwan, — want dan was ze jarig.








Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.