40
dacht het niet alleen, — hij zei het ook. Hij durfde het hardop te zeggen, tegen alle Joden, die naar hem wilden luisteren. En toen schaamden die Joden zich, omdat ze niet eerder gedurfd hadden. Ze wilden wel alles doen, wat Mattisjohoe zei. En ze gingen in den tempel, en maakten hem weer heelemaal in orde. Alle beelden moesten eruit, en al die leelijke offers, die er niet in hoorden. En toen al hun werk klaar was, zeiden ze: ״ ״Nu nog het olie-licht aansteken, dat altijd in den tempel gebrand heeft.” ” Maar.... waar was de olie ge-bleven? Alle kruikjes met fijne olie waren stuk-
gemaakt of vuil geworden. En nieuwe olie hadden ze nog niet kunnen maken. — Gelukkig! Daar vonden ze één klein kruikje. ״״Net genoeg voor één dag”” zeiden ze. Het speet hun wel, dat het niet meer was. Want ze wisten, dat er in één dag niet genoeg nieuwe olie gemaakt kon worden, om het lichtje te laten doorbranden.
En toen gebeurde er een wonder. Den tweeden