Van twee Joodsche vragertjes

Titel
Van twee Joodsche vragertjes

Jaar
1918

Druk
1979

Pagina's
115



35

ברוך אתה יי אלהינו מי£־י העולם יאק5ר קךשנו ?מטותיו לצדנו לה־ליק נר של מכה:

Zou het lichtje dadelijk aangaan? Of — hè, wat een ongehoorzaam lichtje was dat! Het wou maar niet aan.

Tsss —• ssj — ja, hoor, nu was het aan.

״Nou ik,” zei Jaap.

Moeder zette Jacob’s menouro vlak voor zijn bedje en gaf hem het lichtje, dat voor knechtje speelde, — ״sjammosj” noemde Vader het, — in de hand.

En heel voorzichtig, en heel trotsch, en heel blij stak Jaap zijne eene lichtje aan.

Tsss — ssj — klaar!

״Niks moeilijk,” zei Jaap.

En met een erg roode kleur luisterde hij, hoe Vader en Moeder en Eva samen ״mongouz tsoer” zongen. "Wat een mooi wijsje was dat!

״De lichtjes mogen in een hoekje van de kamer blijven staan,” zei Moeder, ״en dan mag Jaap er naar kijken, maar dan gaan wij de kamer uit.”

Toen was Jaap alleen, — alleen met de lichtjes.








Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.