32
En toen zette ze heel groote oogen op. Want anders zouden de tranen er overheen rollen. En dat mocht niet.
Vader tilde haar hoog op, en gaf haar een kus.
״Jij bent zóó’n groote meid!” zei hij. ״Zóó groot, — nog grooter dan Vader!"
9. CHANNOEKO.
״Stil," zei Moeder om ’t hoekje van de slaap-kamerdeur, ״Jaap slaapt een beetje. Maar we zullen de menourous vast klaarzetten. En als hij dan wakker wordt, kunnen Vader en hij dadelijk aansteken.”
Vader en Eva stonden samen buiten voor de deur van de slaapkamer. Maar nu kwamen ze op de teenen naar binnen.
Vader zette heel voorzichtig een klein tafeltje voor Jaap’s bed. En daarop de twee menourous: één groote, mooie koperen menouro van Vader, en één aardige kleine blikken menouro van Jaap.
״Nu wachten,” zei Vader, ״tot hij wakker wordt.”