8
Jacob zuchtte. Het was wat moeilijk geweest, zoo’n berocho te zeggen. En van een moeilijk werkje moet je wel eens zuchten.
״Wat beteekent die berocho eigenlijk ?” vroeg Eva.
״Dat we heel blij zijn, dat God ons heeft ge• zegd een arbang-kanfous te dragen. Want dan is
het veel makkelijker voor ons, om eraan te denken, dat we Joden zijn.”
״O ja,” zei Eva, ״dat heeft Moeder straks ook gezegd: net als een knoop in je zakdoek.”
Jacob stond heel stil in een hoekje van de kamer. Hij had zijn trui een beetje opgeschoven en keek maar telkens naar zijn arbang-kanfous. En eindelijk zei hij: ״Gisteren was ik eigen-lijk wel heel klein. Want toen zat er nog niets onder mijn truitje.”