Van twee Joodsche vragertjes

Titel
Van twee Joodsche vragertjes

Jaar
1918

Druk
1979

Pagina's
115



5

2. WAT VADER ERVAN ZEI.

״Laat eens kijken,” zei Vader, ״wat die nieuwe jongen daar voor een mooi jasje aanheeft.”

״Een jasje!” lachte Jacob. ״Het is heelemaal geen jasje!”

״Wat!” riep Vader verbaasd. ״Is dat geen jasje? Maar wat is het dan?”

״Wéét u dat niet? En u bent nog wel zoo groot.” ״Neen,” zei Vader, met een heel ernstig gezicht, ״ik weet het niet.”

״Nou,” zei Jaap, ״het is een een Moeder,

hoe heet het ook weer?”

Moeder was ook de kamer binnen gekomen. ״Een arbang-kanfous.”

״Vader, het is een arbang-kanfous. En als ik hem aan heb, ben ik een Joodsche jongen.”

Vader gaf hem een kus.

״Ja, je bent een Joodsche jongen; en als je groot bent, word je een Joodsche man. Ik heb maar een grapje gemaakt, hoor, want ik wist best, dat het een arbang-kanfous was. Ik heb er zelf ook een aan, want Vader is toch ook een Joodsche man ?” Jacob knikte.





Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.