2
״Dag kerel!” zei Moeder, en ze gaf hem zoo’n echte, stevige verjaardagskus. ״Ik feliciteer je, groote man!”
״Ik feliciteer je”, riep Eva.
״Ik feliciteer je ook,” zei Jacob terug.
״Domme jongen”, lachte Eva, ״dat moet jij niet zeggen. Als je zelf jarig bent, zeg je altijd dank je wel. Hè Moe?”
״Ja” zei Moe.
״Dank je wel,” zei Jacob. ״Nou ben ik den hee-Ien dag jarig, hè? Heerlijk, heerlijk!” En hij danste in zijn bedje.
״Ik moet je wat vertellen”, zei Moeder. ״Mis-schien liggen er in de huiskamer wel een paar mooie cadeautjes voor je.”
״Oooo!” zei Jacob.
״Maar één cadeautje moet ik je nu al geven. Want dat moet je zelf aantrekken. En Eva heeft het zelf voor je gehaakt. Daar heb je het.”
״Wat is dat?” vroeg Jacob.
״Dat is een arbang-kanfous,” zei Eva. ״En ik heb hem gehaakt."
Maar Jacob begreep er niets van. Wat moest hij daarmee doen?