1. DE NIEUWE JONGEN.
״Moeder, haalt u het nu voor den dag?" zei Eva zachtjes in Moeders oor.
״Toe, moeder, want daarzoo wordt Jacob al wakker. En als hij zich aankleedt, moet hij het al hebben.”
״Kijk” zei Moeder, even zachtjes, ״ik heb de arbang-kanfous daarnet al voor den dag gehaald. Is hij niet mooi geworden, nu ik er de tsietsies aan heb vastgemaakt? Zullen we Jacob nu wak-ker maken?”
Moeder was al naar het witte bedje van Jacob toegegaan. Ze kriebelde even aan Jaap’s neus. En ineens waren zijn oogen wijd open. Anders kostte het altijd veel meer moeite om hem wakker te krijgen. Maar nu, nou, als je jarig bent, word je altijd dadelijk wakker! En Jacob was jarig: vier jaar werd hij vandaag.