Een dappere jongen

Titel
Een dappere jongen

Jaar
1935

Overig
4ed

Pagina's
48



8

„Mijn pop is zoo ziek/' zei Lies»

Ze moest bij-na hui-len*

Maar ze hield zich flink*

„Kijkt u maar, hoe ziek*

Al-le-maal bloed/'

„Och, wat erg!” zei me-vrouw*

„Weet je wat?

Er is nu ie-mand an-ders bij dok-ter in de ka-mer*

Maar ik heb ook wel een beet-je ge-leerd van be-ter ma-ken*

Mis-schien kan ik pop wel be-ter maken/'

„O, wat heer-lijk/' lach-te Lies;

Toen ging ze met me-vrouw mee in de ka-mer*

Daar stond het naai-mand-je*

Me-vrouw nam een naald en een draad* Ze naai-de het gaat-je dicht*

Lies vond het wel naar, dat me-vrouw





Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.