33
Daar zag hij de voor-deur o-pen staan* O, nu wist hij, wat hij doen zou! Wan-de-Ien*
Hij was wel drie jaar pas*
Maar hij dacht, dat drie jaar al heel oud was*
En zo stap'te hij de straat op*
Hij stap-te als een sol~daat*
Toen Moeder klein was 3