ai
ge-brood*
Dat smaak-te, hoor!
Als je ook zo hard werkt, krijg je honger en dorst*
Dat von-den de knechtten ook*
Want die haal-den ook brood voor de dag*
En ze dron~ken uit een kruik*
Ze wer-den er weer fris door* Voor-uit maar weer!
Maar nu moes~ten Kees en Nol naar huis* Boer Ja~kob zou ze wel weer thuis bren-gen*
Met de melk-wa-gen*
Nu mocht Nol op de bok*
En Kees tus-sen de melk-bus-sen*
Hè, hè, wat een fij-ne mid-dag was het toch!
En nu lig-gen ze in hun bed*
Ze sla-pen al*