24
Daar zag ze een lan-ge ve-ter lig-gen» Als ze daar-mee eens kaar vlech-ten te-gen haar hoofd bond?
Dan hin-gen ze ten-min-ste niet op haar rug.
Och ja, het ging weL De kwast-jes van haar vlech-ten sta-ken wel uit»
En dat stond wel een beet-je raar»
Maar zó pre-cies moest je niet kij-ken»
Een tas-je had ze ook nog niet»
Daar was ook wel wat op te vin-den» Wacht, die spons daar!
Daar was een lus-je aan van touw» Dat lus-je in de hand nemen»