Een wasmand vol
In de éne nacht komen ze en in de andere nacht gaan ze. Ze hebben een oproep gekregen, twee dagen geleden; nu is er niets meer aan te doen. Och ja, er zijn er enkelen, die op de dreigementen niet letten en thuis blijven; die geloven dat ze toch niet precies kunnen nagaan, wie wel en wie niet gekomen is. En er zijn er anderen, die in twee dagen nog kans hebben gezien, zich te verstoppen. Maar de meesten weten, dat er niets meer aan te doen is; die komen de éne nacht en gaan de andere nacht. Het moet nu nog ’s nachts, in het donker omdat de stad nog niet gewend is aan het wegslepen van Joden en misschien opstandig zou worden, als ze het zag gebeuren. De trams, die in de verduisterde straat vóór het Sterrehuis, dat schouwburg geheten heeft, de Joden opnemen om ze weg te voeren, laten geen sporen achter en als de volgende morgen om vier uur de stad tot leven mag ontwaken, zal de schemerige straat niets verraden van wat er in het donker is gebeurd. Het is werkelijk wel goed bedacht zo; de stad zal rustig blijven en het vervoer kan ongestoord verder gaan. Later, maanden later, als de stad geleidelijk aan alles is gewend, dan is er geen oproep meer nodig en geen nachtelijk donker; dan zullen Joden uit hun huis worden gehaald zonder voorbereiding, op ieder uur van nacht of dag. Dan zullen ook de zieken en de ouden, de gebrekkigen en de stervenden gaan, die nu nog met veiligheid gesust werden. Dan zal het ook niet meer „tewerkstelling van Joden in Duitsland” heten, want stervenden kunnen niet te werk worden gesteld. Dan hoeft het geen naam meer te hebben, die rechtvaardig lijkt, want dan is de stad aan alles gewend.
Tussen de zestien en vijfenveertig jaar worden ze opgeroepen. Maar de ouders beneden de vijfenveertig moeten hun kinderen beneden de zestien meenemen. Zo stromen ze het sterrehuis binnen, kinderen van enkele maanden tot mannen en vrouwen van vijfenveertig. Het donker beschermt ze tegen de blikken van de stad, maar niet tegen het luchtgevecht hoog boven hun hoofden, waar de stad voor gewaarschuwd is door jammerende sirenes. De sirenes hebben niet voor hen geloeid, want ze moeten op tijd
55