Sterrekinderen

Titel
Sterrekinderen

Jaar
1946

Druk
1986

Overig
10ed

Pagina's
208



Marktvrouivtje

Het is een enige tijd geweest op school. Alle meisjes zijn eigenlijk haar vriendinnen geweest. Ze heeft met ze gelachen en grote geheimen gefluisterd en in angst gezeten voor proefwerken; alle plezier en alle narigheid heeft ze met ze samen gehad. En dan zijn daar nog die mooie cijfers bij gekomen, waar ze zelf altijd het meest verbaasd over is geweest, en de vanzelfsprekendheid, waarmee de leraren haar als een kei hebben beschouwd, - o, het is een énige tijd geweest.

En dan is daar opeens dat onbegrijpelijke: dat ze niet meer mag komen. Ze is vóór de grote vakantie overgegaan met een rapport, waar alle meisjes als een klit overheen hebben gehangen, - en ze waren niet eens jaloers, want daarvoor waren ze te goede kameraden. Ze heeft een pluim-preekje van de directeur gehad, waar de vlammen haar bij uitsloegen, - maar nu mag ze niet meer op school komen. Want ze is een Jodin.

Ze is de enige Jodin van haar klas. En op de eerste schooldag nadat dat briefje is gekomen, weet ze precies, hoe ze allemaal naar haar lege plaats zullen kijken en zachtjes erover zullen praten, dat ze niet ziek is, maar enkel Joods en dat ze daarom niet terugkomt.

Ze huilt niet, die hele eerste dag. Ze zou niet eens weten, hoe je moet huilen, als er iets gebeurt, dat je helemaal niet begrijpt. Dit kan toch niet: niets gedaan hebben en dan van school worden gestuurd! De directeur weet ook wel dat dit niet kan, want bij het getypte briefje, waarin het allerergste geschreven staat, heeft hij een briefje van zichzelf gevoegd: verdrietige woorden allemaal, maar veranderen kan hij het niet.

En de tweede dag huilt ze ook niet, maar ze leest haar Frans proefwerk over, omdat het tweede uur proefwerk Frans is. En als ze dat tweede uur heeft uitgezeten, zet ze de Franse boeken en schriften in het kastje terug en gaat naar school. Ze weet, dat ze er niet in mag, maar voor de schooldeur blijft ze wachten, trouw als een hondje.

Er belt iemand aan, en als ze de conciërge naar de deur hoort sloffen, schuilt ze weg, in het nisje opzij van de deur. De man, die gebeld heeft, gaat naar binnen, maar zij moet buiten blijven;

26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.