Tante Griet

Titel
Tante Griet

Jaar
1934

Overig
1ed

Pagina's
212



24

„Bernard had toch gelijk, en moeder ook,” dacht ze, maar ze zei het niet hardop; „Eetje is écht leelijk!”

Ze sloop naar den anderen kamerhoek en boog zich in de bloemetjes-wieg.

Een blond donsje schaduwde op ’t kussentje. Een ander kinnetje, andere wangetjes, — nee, ze leken niets op elkaar, — maar óók rood, óók gerimpeld, óók met een zorgelijk toetje en een in-en-uit-knijpend vuistje.

„Hoe vind je ze?” vroeg Wies gespannen.

Greet vond het nogal sneu om het te zeggen.

„Hoe vind jij ze?” ontweek ze.

„Schatten, hè?”

En Greet was oneerlijk genoeg om „ja” te zeggen. Want ze was tenslotte toch altijd nog hun tante.

De klagende geluiden uit de zijkamer hielden plotseling op. Er ging een deur open en weer dicht.

„O, Kees is verlost,” begreep Wies.

„Kees? Ken ik Kees al?” vroeg Greet.

„Nee, je bent hier nog nooit op Woensdagmiddag geweest. Kees is Kees en waarschijnlijk een hopeloos geval.”

„Waarom houdt Bernard dan niet met hem op?”

„Och, kind, dat kan toch niet, met alle hopelooze gevallen maar ineens ophouden. En de vaders en moeders gelooven ook dikwijls niet aan de hopeloosheid.”

De slaapkamerdeur ging open en iets heel langs en magers, met een bruinen jongenskop er bovenop, verscheen.

„Zóó, Wiesjewouw!” begroette hij Wies, met volkomen over ’t hoofd zien van Greet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.