den, en de muisjes, allemaal, want vader hield niet van zoetigheden op de boterham. Marthi en Greet waren zoet tot in hun keel, toen het op was en toch was een half ons maar een bitter klein beetje en dan nog wel voor tweelingen.
Toen scheidden ze, hoewel noode en Greet holde naar huis om gauw het twaalfuurtje voor vader en haarzelf klaar te maken. Vader was gelukkig nog niet thuis, en toen hij thuis kwam, rook het
Tante Griet. 2