0 .... S
0 „Sinds wanneer spreekt Hare Koninklijke Hoogheid zoo oneer- 0
0 biedig van haar Koninklijken Vader?" 0
„O ja,” zei Greetje gauw. „Ik bedoel, ik weet niet meer hoe 0 0 mijn Koninklijken Vader heet.” 0
„Zijne Majesteit heet koning Pierewierewontis van Perden- 0 0 dosia.” 0
0 „Pierewierewontis van Perdendosia,” herhaalde Greetje een 0
0 paar keer in zichzelf. Want ze wilde het nu niet weer vergeten. 0 „Dank je wel,” zei ze toen. En de lakei liep buigend achteruit 0 0 de gang in en deed de deur zachtjes dicht. 0
Nu was ze weer alleen in die groote, groote zaal.
0 „Paleia,” zei ze tegen zichzelf. Want ze moest er aan wennen, 0 0 dat ze niet meer Greetje heette. En dan weer: 0
0 „Pierewierewontis van Perdendosia”. 0
„Wat zou ik nu moeten doen?” dacht ze. „Zou het avond 0 0 zijn of morgen ? En waar is mijn vader ? En waaris mijn moeder ?” 0 0 Toen belde ze maar weer. 0
Er kwam een andere lakei dan zooeven. De vorige lakei 0 0 was zeker nog moe van alle antwoorden, die hij haar had moeten 0 0 geven. 0
0 „Wat wenscht prinses Paleia?” 0
„Ik wou graag naar mijn v.... Koninklijken Vader toe,” 0 0 Zei ze. 0
0 De lakei boog diep, maar zei: 0
0 „U weet immers, dat de ministers nu bij Zijne Majesteit zijn.” 0
„Mag ik daar niet bij zijn?” vroeg ze een beetje kinder- 0 0 achtig. 0
0 Maar de lakei schudde beslist zijn hoofd. 0
0 „En mijn m ..... Koninklijke Moeder dan?” 0
„Een hofdame zal Uwe Koninklijke Hoogheid naar bed bren- 0 0 gen,” antwoordde de lakei. 0
Zoo, nu wist ze tenminste, dat het avond was. Koning 0 0 Pierewierewontis en koningin Paleia zou ze dan zeker morgen 0 0 wel zien. 0
De lakei verdween en even later kwam er een hofdame binnen 0 0 met een sleep, die wel twee keer zoo lang was als zijzelf, en een 0
0 0
000000000000000000000000000E 39 00