Sl3ilïU5lllUSll*UlSll"lW^
0 ' 0 Natuurlijk was het een tooverdas, maar dat wist ze niet.
0 En boer Gijs wist het nog minder.
Die kleedde zich den volgenden morgen al mopperend aan. 0
0 En vóór hij de deur uit ging, had hij, behalve de twee truien, 0
0 de twee paar sokken, de klompen met hooi, de bonten muts en 0
0 de dikke, groote, zware jas ook nog de tooverdas aangedaan. 0
Toen hij weer goed en wel op den weg liep, begon hij weer 0
0 als altijd. 0
0 „Is me dat ook een weg!" bromde hij. 0
En een stem vlak bij zijn ooren zei op denzelfden moppertoon: 0
0 „Is me dat ook een weg!" 0
Verbaasd keek hij om en vroeg: 0
0 „Wie durft me daar na te praten?" 0
0 En een stem vlak bij zijn ooren zei boos: 0
0 „Wie durft me daar na te praten?" 0
„Wel sapperdepruimepit!" barstte boer Gijs los. 0
0 En een stem vlak bij zijn ooren zei: 0
0 „Wel sapperdepruimepit!" 0
Hij bleef midden op den weg staan. Zoo'n brutaliteit had 0
0 hij nog nooit meegemaakt! En dan niet eens te voorschijn te 0
0 durven komen! Die kerel, die daar zulke ruwe woorden tegen 0
0 hem gebruikte. Wie had er ooit sapperdepruimepit tegen hem 0
0 durven zeggen?! 0
0 Hij stampvoette. 0
0 „Is ’t nou haast uit?" riep hij. 0
0 En een stem dicht bij zijn ooren riep: 0
0 „Is 't nou haast uit?" 0
Toen zei hij maar niets meer en liep zwijgend verder.
Maar toen er een hagelbui kwam en de koude hagelsteenen 0
0 hem in het gezicht vlogen, kon hij toch niet laten te zeggen:
0 „Dat ellendige weer tegenwoordig!" 0
0 En een stem vlak bij zijn ooren zei: 0
0 „Dat ellendige weer tegenwoordig!" 0
Daar had je het warempel al weer! Hij mocht geen woord meer 0
0 zeggen of het werd hem nagebauwd. Maar nu moest en zou 0
0 hij weten wie het deed. 0
0 0
0000000000000000000000000000 11 00