0
„Kom maar binnen, vrouwtje,” zei de boerin, „want *t is 0
veel te koud voor zoo'n oud mensch,” en ze bracht haar zelf 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
een kopje heete koffie. 0
,Moet de juffrouw niet wat van me koopen?” vroeg het 0
oude vrouwtje weer. 0
De boerin dacht na; Nee, ze was 0
De boerin bleef lachen, maar .
eigenlijk van alles voorzien. 0
„Och,” zei ze zuchtend, „ik wou, 0
dat je me een middeltje kon verkoopen 0
om mijn man van zijn knorrigheid af te 0
helpen.” 0
Ze wist niet, dat het oude vrouwtje 0
eigenlijk een toovervrouwtje was. 0
„Zoo, wou U dat zoo graag?” zei 0
het oude vrouwtje. 0
„Ja,” zuchtte de boerin, ,/t is al 0
maar mopperen, al maar mopperen.” 0
Het oude vrouwtje wist dat wel. Ze 0
had boer Gijs wel eens op den weg 0
ontmoet, hoe hij, diep in zijn das ge- 0
doken, ook nog liep te mopperen, als 0
er geen mensch bij was. 0
Ze dacht even na. 0
„Misschien heb ik wel wat voor U,” 0
knikte ze ernstig. 0
De boerin lachte. Dat zou heerlijk 0
zijn, als je zulke middeltjes aan de 0
deur koopen kon.
Maar de oude vrouw pakte kalmpjes haar koffertje uit en 0
legde een wollen das voor de boerin neer. 0
„Als de juffrouw die nu koopt,” zei ze, „en stilletjes neerlegt 0
in plaats van de das, die boer Gijs altijd draagt, dan zal de juffrouw 0
eens wat zien.” 0
De boerin bleef lachen, maar kocht de das toch. Die leek werkelijk 0
wat op de gewone das van boer Gij s, en al geloofde de boerin er niets 0
van, toch ruilde ze dien avond de gewone das om voor de nieuwe. 0
0