Het is zó’n goede dag voor me geweest. Dank u, God. Dank u, dat ik genoeg geld had om dat dure kaartje voor het concert te kopen, dat ik te voet en zonder hulp heen en terug heb kunnen gaan, dat ik niet afdwaalde met mijn gedachten omdat het allemaal klassiek was, dat de ogenblikken van niet-luisteren goede ogenblikken waren, omdat ze toch gedragen werden door muziek, dat ik niet ziek was en niet oud en alleen maar gelukkig.
36