Rozijntje van huis

Titel
Rozijntje van huis

Jaar
1929

Overig
herdr 1982

Pagina's
148



HOOFDSTUK VIII

Afscheid

Vader had het eerst helemaal niet begrepen.

Hoe kon ze nu weg willen, nu ze het juist zo goed had? Als het vroeger nu geweest was - hij dacht er nog wel eens met schaamte aan terug, hoe ze zo jong geweest was en zo vreselijk zwaar beladen - als het vroeger geweest was, dan had hij het nog kunnen begrijpen.

‘Heb je het hier dan niet goed?’ vroeg hij, half verwijtend, half angstig om het antwoord.

Rozijntje had zich voorgenomen om alles uit te leggen, net zo lang uit te leggen tot ze met het hele goedvinden van allen in haar huis weg zou gaan.

Ze legde vader uit, dat ze het juist te goed had en dat ze net zo goed gemist kon worden. En op vaders opbruisend protest tegen die bewering had ze geantwoord, dat het heus wel wennen zou zonder haar.

Maar dat antwoord ging haar niet makkelijk af, want ze twijfelde opeens of zij zelf wel wennen zou zonder vader en zonder Jupie.

Tante Saar kwam haar te hulp.

‘Ze bedoelt, Jozef, dat ik het best alleen af kan. En kan ik dat soms niet?’

Ze vroeg het met stralende triomf, omdat ze het antwoord van te voren wel wist.

‘Natuurlijk, Saar,’ suste vader. ‘Natuurlijk kun jij het wel af, maar... maar’ - hij wou niet beledigend zijn - ‘we zijn zo aan Rozijntje gewend.’

‘Dan moet je het nou maar weer afwennen,’ vond tante Saar meedogenloos.

‘Ik bedoel,’ zei vader kleintjes, ‘we zijn aan haar gehecht.’

52

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.