blij was, dat tante koek bakte en niet zijzelf. Dat de mensen daar aardig waren en niet naar, en dat ze helemaal, helemaal niet gauw thuis kwam, want dat ze helemaal, helemaal niet alleen was.
Nee! Ze zou het natuurlijk anders schrijven. Dit was niet aardig tegen Jupie. Ze zou hem vertellen hoe knap ze het vond, dat hij alleen die brief had geschreven. Maar van de strafport zou ze niks zeggen, want hij had het zo goed bedoeld. En wat verder? Wat verder?
O, heerlijk, ze hoefde zich niet te haasten. Ze had niets anders om zich bezorgd over te maken dan over haar antwoord aan Jupie.
O, heerlijk, kon je wel eens te gelukkig zijn ?
13