Rozijntje

Titel
Rozijntje

Jaar
1929

Overig
herdr 1981

Pagina's
152



het niet het meisje, dat alleen maar tramde en winkels keek, - dat voelde ze ook direct.

Ze had gebruinde wangen, en donkere, rustige, en toch vrolijke ogen. Ze droeg haar hoed in haar ene hand, want het was erg warm weer. Haar zwart, zwaar haar lag in vlechten om haar hoofd.

‘U bent hier zeker verkeerd’, zei Rozijntje verlegen.

‘Wonen hier Joden?’ vroeg het meisje.

‘Mag ik je moeder dan even spreken’, toen Rozijntje geknikt had, dat er Joden woonden.

‘Moeder is dood’, zei Rozijntje haar korte zinnetje, dat ze zo dikwijls moest zeggen tegen anderen, - ook tegen zichzelf, omdat ze ’t nog niet altijd geloven kon.

‘O!’

Even stilte.

‘Wat jammer, dat ik naar je moeder vroeg. Ik wist het niet.’

‘Nee.’

‘Wie is hier - de vrouw, - ik bedoel - ’

‘Ik’, zei Rozijntje kort en trots.

Het meisje keek even verbaasd.

‘Jij? Alleen?’

‘Ja, juffrouw.’

‘Dan moet ik het jou maar vragen’.

En ze vroeg.

Ze zou hier in ’t dorp komen wonen. Ze zou dokter komen helpen met drankjes klaarmaken voor al die dorpen rondom, waar dokter kwam.

Maar ze moest bij Joden wonen. Bij echte Joden. Begrijp je?

Rozijntje begreep.

En hier had ze een mezoezo aan de deur gezien, en daarom was ze naar binnen gegaan.

En nu wou ze vragen...

Rozijntje was er beduusd van. Ze begreep, wat ze vragen wou.

62

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.