opgefleurd door ’t gepraat van z’n kereltje.
Rozijntje knikte gedachteloos.
‘’t Is wel eens goed voor je, hè’, ging vader hartelijk voort, ‘zo es uitgaan met een jong meisje van je eigen leeftijd.’
Nog eens knikte Rozijntje. Maar toen werd het toch wel een beetje te veel...
Boven, op haar kleine slaapkamertje, - och, wat was er toen weinig overgebleven van dat dappere, zonnige Rozijntje.
Haar . hoofd had ze weggestopt in de bedsprei, - de sprei, die Moeder nog zelf gehaakt had, met smalle handen, die haast niets anders meer mochten doen - haar hoofd had ze weggestopt, en haar schouders schokten van het snikken.
Alle andere meisjes... En zij... en zij...
HOOFDSTUK VI De oude school
Ja, nu werd het toch ernst met Jupie. Hij was nog wel geen zes, maar hij werd het gauw, en het werd tijd, dat hij naar school ging en leerde lezen.
Rozijntje moest in zichzelf lachen als ze er aan dacht. Jupie op school, hoe moest dat gaan! Zou hij kunnen stilzitten en z’n mond kunnen houden? Ze had er een hard hoofd in. Niet in het leren, dat ging wel, dacht ze met trots.
Als je een kind naar school stuurde, moest je het van te voren bij de bovenmeester aangeven. O, maar wacht es, dat liet ze Vader niet doen, dat liet ze zich niet afpakken!
‘Vader’, begon ze op een avond, ‘moet Jupie niet haast op de grote school aangegeven worden?’
Vader keek verschrikt.
36