37
Haas-je Hip.
„Ik ben bang voor men-schen,” zei Haas-je Tip.
En hip-tip-hip-tip, spron-gen ze te-rug naar het bosch.
„Zul-len we maar niet lie-ver naar huis gaan?” vroeg Haas-je Hip.
Hij bib-ber-de nog van schrik.
„Ja/' zei Haas-je Tip.
„Ik wil niet ver-der, hoor!”
Zoo vlug als ze kon-den, wip-ten ze naar huis te-rug.