19
Zóó schaam-de ze zich.
Ja, dat kwam er van.
Dan had ze ook maar niet zoo'n nufje moe-ten zijn!
5. Ker-sen ra-pen,
Al-le kin-de-ren zaten op school.
Maar ze ver-lang-den erg er naar, dat de school uit ging.
Weet je waar-om?
Er wa-ren in de buurt veel tui-nen met ker-sen-boo-men.
Zoo'n tuin heet een boom-gaard.
Al-le ker-sen wa-ren rijp.
Nu wer-den ze ge-plukt.
De man-nen ston-den op lad-ders, Bo-ven in de boo-men.
Ze had-den man-den bij zich.
Daar de-den ze de ker-sen in.