De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



„Ik ga niet naar school! Ik ga niet naar school!” riep hij in wanhoop.

Car keek hulp-zoekend om naar Maria. Wat moest ze . nu! Ze kon niet opstaan. — kon hem niet naar school brengen! En Maria, — Maria kon hier toch niet weg, — en ze kon dit radeloze kereltje toch niet zeggen, dat hij alleen naar school moest!

„Til,” dacht ze. „Til moet hier komen.”

Ze vroeg Maria, haar te telefoneren.

„Stil maar,” zei ze tegen Siem, „tante Til komt wel.”

Maar Maria kwam terug van de telefoon: dat mevrouw niet thuis was. En Car wist, dat er niemand op de wereld was, die haar kon helpen, — dat ze de weg alleen moest gaan, — dat de haven van de dood niet voor haar was, — niet voor haar, — alleen voor Leo.

„Blijf maar thuis,” knikte ze tegen Siem. En hij, gerustgesteld, ging op een stoel aan haar voeteneind zitten.

„Ientje huilt,” zei Maria. „Het is haar tijd.”

„Wil je haar hier brengen?” vroeg Car kleintjes.

Ientje, in tranen omdat haar etenstijd vergeten was, troostte zich aan haar borst. Troostte zich met lange, diepe teugen van haar melk.

Moe en duizelig keek Car naar de happende wangetjes. Ze wist Siem’s spiedende ogen op zich gericht.

Een na-snik schokte door haar heen. Ientje schrok er van en verslikte zich.


24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.