Tirtsa

Titel
Tirtsa

Jaar
1952

Druk
2000

Overig
6ed

Pagina's
177



want de schooltijd duurde van acht tot twee, en natuurlijk moest ze in die tussentijd wat eten. Iedere dag hetzelfde, jarenlang, behalve Shabbat natuurlijk; dan waren vader en moeder en zij vrij. Dan gingen ze met z'n vieren wandelen, — vader, moeder, zij en David, — of ze zaten in de schaduw van het afdakje vóór hun kamer, of soms, als vader of moeder moest slapen omdat één van beiden nachtwacht had gehad, speelde ze op het grasveld vóór de eetzaal met de kleinere kinderen of met de grote mensen. Op Shabbat, bij mooi weer, als het tenminste niet te heet was, lagen of zaten en speelden er allemaal mensen en kinderen op het grasveld; door de week waren er dagen, dat je er niet op mocht komen, omdat het dan een dag lang besproeid moest worden tegen het verschroeien van de zon, en ’s winters, in de regentijd, was er helemaal geen denken aan, want dan was het week van de modder.

In dat eerste schooljaar werd ze al gauw weer het wonder van de kibboets, want welk kind buiten haar kon Hebreeuwse lesjes lezen en briefjes krabbelen? Briefjes aan vader en moeder zelf, want de verre mensen, die ze niet kende en nooit gezien had, — ze heetten grootvader en grootmoeder, — konden geen Hebreeuwse briefjes begrijpen, hoogstens de letters lezen, maar daar hadden ze niets aan. Ze leerde eigenwijze Hebreeuwse liedjes zingen, over het land, over van het noorden tot het zuiden, over allemaal dingen, die ze niet begreep, en een enkel kinderliedje er tussen dat ze wèl begreep; er waren nog te weinig kinderen in het land om veel kinderliedjes voor te zingen, en daarom zongen de kinderen voorlopig maar grote-mensen-liedjes. Ze zong ze met evenveel plezier, alsof ze ze begreep, en de chawériem vonden het prachtig, en daar ging het toch maar om. En ze leerde rekenen, tot twintig, tot honderd, tot wie weet hoeveel. Dat alles vergoedde het stilzitten, waar ze nooit van gehouden had.

En toen, — ze was nog zes jaar, — kwam er die grote verandering, die haar opeens twee jaar lang niet meer de oudste liet zijn.

Er kwam een groep van tweeëntwintig kinderen van buiten Palestina in de kibboets. Grote kinderen, allen boven de veertien jaar. „Noar-groep" heette die groep, want noar betekende jeugd,

18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.